Overheid moet gasprijsplafond instellen

8 maart 2022

De situatie in Oekraïne is schrijnend. Vergeleken met het menselijk leed daar, zijn onze zorgen maar betrekkelijk. Maar we moeten ook oog hebben voor hoe de oorlog ons leven kan raken.

De Europese energiemarkt is afhankelijk van de gasleveringen uit Rusland. De onzekerheid over het verdere verloop van de invasie en de manier waarop we die met sancties proberen te beïnvloeden heeft enorme prijsopdrijvende effecten op de energiemarkt. De energierekening, die toch al hoog was, zal hierdoor nog verder stijgen.

Gasprijzen op de groothandelsmarkt stegen de afgelopen dagen naar een historisch hoogtepunt. Gisteren (7 maart) tikte de future prijs voor april 345 EUR/MWh (3,37 EUR/kuub) aan, om aan het einde van de dag te sluiten op 227 EUR/MWh (2,22 EUR/kuub). De stroomprijs steeg mee en eindigde op 484 EUR/MWh (0,48 EUR/kWh).

Die volatiliteit (de mate waarin een markt stijgt/daalt) is de reden dat energiebedrijven nu geen vaste prijzen aanbieden. Het is veel te risicovol. Welke risicopremies moeten ze immers toepassen als de gasprijs dagelijks over de kop gaat? En hoe dekken die bedrijven het verlies af als ze op het huidig prijsniveau klanten binnenhalen, als over een week de prijzen dalen en al deze klanten weer vertrekken? Dan blijven deze leveranciers zitten met heel duur gas dat ze alleen met een verlies kunnen verkopen op de markt.

Het enige contract dat energieleveranciers verplicht moeten aanbieden is het modelcontract. Dat is een variabel contract waarvan de prijzen normaal gesproken ieder half jaar worden aangepast. Maar door de onzekerheid weten leveranciers niet goed wat ze moeten inkopen en neemt het inkooprisico toe. Daarom zul je zien dat energieleveranciers gebruik zullen maken van de uitzondering zoals opgenomen in de wet om de prijzen dus veel vaker dan 1x per half jaar aan te passen. De prijs van het modelcontract komt daarmee steeds hoger en boven de echte prijzen op de groothandelsmarkt te liggen.

Dus voor iedereen waarvan het vaste contract afloopt, of de consumenten die een variabel contract hebben (en dat is meer dan de helft van Nederland), zullen de energiekosten enorm stijgen.

Die stijging komt bovenop alle andere kostenstijgingen (aan de pomp en in de supermarkt) en zo wordt het leven voor miljoenen consumenten snel onbetaalbaar. Om te voorkomen dat deze huishoudens en tienduizenden bedrijven in grote problemen komen is het noodzakelijk dat de overheid ingrijpt.

Er lopen nu gesprekken tussen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de grote energiebedrijven. Daarin worden die energiebedrijven aangespoord om toch maar weer vaste prijs contracten aan te bieden. Die energiebedrijven zullen dat niet doen zonder hun risico’s af te kunnen dekken. De verwachting is dat ze dat alleen bereid zijn te doen door de opzegvergoeding bij een vaste prijs contract te koppelen aan het verlies dat de leverancier maakt als de consument opzegt in een dalende markt (het “Mark-to-Market”-effect).

Met andere woorden: de consument kan alleen weg als hij het voordeel van dat goedkopere contract direct weer overmaakt aan de oude leverancier. Die constructie geeft natuurlijk het comfort van een vaste prijs, en dat is heus wat waard in deze tijd, maar het verplicht de consument dus ook om die vaste prijs tot het einde van de contractduur te blijven betalen. En daar zijn de actuele prijzen gewoon te hoog voor.

Zie in onderstaande grafiek in welk spectrum de energieprijzen zich bewegen en welke gevolgen dit kan hebben voor de portemonnee van de gemiddelde consument (per jaar: 3.000 kWh, 1.400 kuub). Let op dit zijn geen voorspellingen, slechts scenario’s. (Gepresenteerde kosten zijn gebaseerd op de inkoopkosten van energie, inclusief netbeheer, EB, ODE en BTW)

Om deze huidige energiedynamiek “aan de markt over te laten”, het Nederlands adagium, is te riskant. Dit kan de markt gewoonweg niet oplossen en de gevolgen van niets doen kunnen heel pijnlijk zijn. Ingrijpen is noodzakelijk (en alleen met belastingverlagingen redden we het niet).

We pleiten daarom, overigens samen met andere energiebedrijven, voor het toepassen van een maximale (Europese) gasprijs. Deze wordt dan aan de vraagkant toegepast, dus een energieleverancier zal niet meer dan die maximale prijs rekenen aan haar particuliere of zakelijke klant. Het verlies met de werkelijke inkoopkosten mag die leverancier verrekenen met de overheid. Voor overheden ontstaat de prikkel (als die er al niet was) om de voorwaarden en infrastructuur te creëren om die inkoopkosten te verlagen: bouw van LNG- en stikstofstations, andere LNG-leveranciers, alternatieve bronnen, en voor Nederland: productie uit Groningen.

Dit voorkomt de ontwrichtende effecten van de huidige gasprijsontwikkeling op onze koopkracht en geeft rust op een markt waar juist nu onrust wordt gestookt. Daarbij hoeft het effect voor onze schatkist niet negatief te zijn. Nederland kan dit betalen met de opbrengsten uit extra productie uit het Groningerveld. Dan kan er zelfs nog geld verdiend worden. Zelfs als eerst de Groningers ruimhartig worden gecompenseerd.

Ik wil ook energie van Frank